Op deze Moederdag komen we langs een speciaal verhaal over moeders in de Bijbel. We beginnen met het verhaal van Mozes in Hand. 7:20. In die tijd werd Mozes geboren. Hij was in Gods ogen een mooi kind en de eerste drie maanden werd hij door zijn ouders verzorgd. 21 Maar toen zij hem niet langer verborgen konden houden, legden zij hem te vondeling, waarna hij werd gevonden door de dochter van de farao. Zij nam hem aan en zorgde voor hem als haar eigen kind. 22 Hij kreeg een grondige opleiding in de Egyptische wetenschap en was krachtig in zijn handel en wandel.
Of, zoals in de Statenvertaling staat: 22En Mozes werd onderwezen in alle wijsheid der Egyptenaren; en was machtig in woorden en in werken (SV1750).
De Bijbel zegt dat toenMozes opgroeide, bij het hof van de farao, hij een knappe jongen wasen machtig in woorden en werken. Hij heeft dus een tijd gekend dat hij geweldig goed kon praten. Hij had een geweldige toekomst als de prins van Egypte en we zouden haast zeggen dat hij alles mee had. En kennelijk heeft hij tijdens zijn opvoeding gehoord dat hij een Jood was, zoals we kunnen opmaken uit het vervolg in Hand. 7:23Toen Mozes veertig jaar was, besloot hij te gaan kijken hoe het met de Israëlieten ging, die waren tenslotte zijn eigen volk. 24Hij ging er naar toe en zag dat een van hen door een Egyptische opzichter mishandeld werd. Mozes nam het voor hem op en sloeg de Egyptenaar dood. 25Hij dacht dat zijn volk wel zou begrijpen dat God hem had aangewezen om hen te bevrijden. Maar dat begrepen zij niet!
Je ziet hier een man die geroepen is door God om een heel volk te bevrijden. In al zijn enthousiasme probeerde hij zijn roeping te realiseren. Maar helaas gaat het volledig mis, en slaat hij iemand dood door gebrek aan zelfbeheersing waardoor hij tenslotte moet vluchten. Hevig teleurgesteld en gedesillusioneerd rende hij de woestijn in. Veertig jaar lang deed hij niets anders dan schapen hoeden voor zijn schoonvader. (Hand. 7:26-29)

Misschien herken je wel wat in dat beeld. Je weet dat God een plan met ieders leven heeft en je hebt een roeping ervaren. Net als Mozes ongetwijfeld gedacht zal hebben dat het de hand van God was die hem in het Egyptische hof had geplaatst, ben jij er ook van overtuigd geraakt dat je zelf zover gekomen bent op een bepaald punt in je leven. In je enthousiasme ga je aan de slag voor God en probeer je van alles voor Hem te doen. Hoe goed je je best ook doet, het gaat niet zoals je had verwacht en je raakt teleurgesteld. Je geweldige uitgangspunten lijken opeens niets meer waard. Maar vaak zijn we geneigd om op de wereldse manier te denken. God wil ons echter eerst van binnenuit veranderen, zodat je wereld gaat veranderen.

In de periode in de woestijn zijn alle dromen van Mozes kapot geslagen. Zijn ideeën en wensen zijn allemaal op niets uitgelopen. Hij is inmiddels 80 jaar en is zijn opleiding, zijn beoogde rol, ja alles kwijt. De opvoeding van zijn twee kinderen blijft zelfs achter. De prins, de man van gezag, gelooft niet meer in zichzelf. Er is niets meer over van de zelfverzekerde man die hij was. Reken maar dat de aanklager, de satan, hem heeft verteld dat hij het verder kan vergeten, dat hij te oud is en onbruikbaar. Dat hij nergens meer op hoeft te rekenen, dat hij er geen recht op heeft. Ook bij jou wijst hij je op je omstandigheden en waar je fout bent gegaan.
Maar God laat Mozes niet achter in de woestijn, hij krijgt een ontmoeting met Hem zoals beschreven in Hand. 7:30Veertig jaar later was Mozes op een dag in de woestijn bij de Sinaï en zag daar een engel van God in de vlammen van een brandende braamstruik. 31Hij wist niet wat hij zag. Toen hij dichterbij kwam om het beter te kunnen bekijken, sprak God tegen hem. 32“Ik ben de God van uw voorouders, de God van Abraham, Isaak en Jakob.” Mozes begon te beven van schrik en durfde niet meer te kijken. 33God zei tegen hem: “Trek uw sandalen uit, want de grond waarop u staat, is heilig. 34Ik heb gezien en gehoord hoe mijn volk in Egypte wordt onderdrukt en mishandeld, hoe het zucht van ellende. Ik ben gekomen om het te bevrijden. Daarom wil Ik u naar Egypte sturen.”
Dus Mozes kreeg te horen dat nu het moment was aangebroken waarvoor hij geroepen was. In Exod.3:11 e.v. lees je welke argumenten Mozes allemaal gebruikt om te vertellen dat hij zich er niet meer toe in staat acht. Ook wij zijn vaak niet meer te bewegen om in actie te komen als het moment aangebroken is. Maar net als bij Mozes wil God je laten zien dat Hij je niet vergeten is. Hij wil je brengen op het plan wat Hij met heeft.
Het volk dat vele generaties lang, 400 jaar, slaaf was geweest, werd bevrijd door Mozes. Het volk kon eigenlijk ook niet meer geloven dat God iets anders voor ze in petto had. Ze waren tenslotte als slaaf geboren en niets anders meer gewend.
Het is dus van belang dat teleurstellingen en mislukkingen uit het verleden, niet bepalend mogen zijn voor je toekomst. De Bijbel zegt in 2 Kor. 5:17 “je bent een nieuwe schepping, alles is nieuw geworden”. Je moet dus vergeten wat achter je ligt en je moet er van uitgaan dat alles nieuw is.

In Deut. 32 componeert Mozes een lied aan het eind van de tocht door de woestijn, als hij inmiddels 120 jaar oud is. En niet een kort zinnetje, nee, 50 verzen lang. Hij had al zijn vaardigheden weer teruggekregen. Zijn zicht en kracht waren niet verminderd toen hij de berg beklom in Deut. 34:7.
Ook bij ons heeft het te maken met perceptie in dit leven; hoe kijken we, hoe geloven we, wat denken we wat God van ons vindt en naar wie luister je. Als je je focus op mensen hebt, zul je negatief worden.Je zult het van God moeten hebben. God heeft een hoopvolle toekomst voor je, dat de roeping over je leven volledig tot uiting zal komen. Mozes moest dat leren in zijn leven.

In de Bijbel staat dat als je kracht nodig hebt van God, als je antwoorden nodig hebt van Hem, dan is dat nabij. Bij teleurstellingen, bij twijfel, als de aanklager je lastig valt en je denkt dat God ver weg is, hoef je niet de hemel in te gaan of de oceaan over testeken. In Rom. 10:8Maar Mozes zegt ook: ‘Wat u zoekt, is vlakbij, in uw hart en op uw lippen,’ dat wil zeggen: de boodschap dat u op Christus moet vertrouwen, vertellen wij hier en overal.
Hierin wordt Deut. 30:14 geciteerd, waarin Mozes dit zegt tegen het volk. Het antwoord zit al in je mond. Je moet spreken, namelijk de belofte van God.
Toen Mozes tegensputterde in zijn gesprek bij de brandende braambos, vroeg God hem “wat heb je in je hand?”. En toen Mozes de staf neergooide veranderde die in een gevaarlijke slang. Dus dat simpele dode stuk hout, wat je al bij je hebt, is voldoende om Gods macht te manifesteren. Datzelfde geldt ook voor ons: Ook al denk je misschien niet zoveel van jezelf, en verwacht je dat God met allerlei externe oplossingen komt, het antwoord is nabij, het is in je mond. Alles wat je nodig hebt is al in je, alleen je moet het nog gaan spreken.
Mozes kon met dezelfde staf het water in de Nijl in bloed veranderen en waarmee hij de Rode Zee spleet. Onderschat niet dat kleine wat God in je gelegd heeft. Dus ga bij jezelf na wat je gelooft, en waar je je door laatbeïnvloeden. Als alle antwoorden al in je zijn, dan mag je daar naar gaan spreken.

Zoals Jacobus zegt in de Bijbel is je tong als het roer van een schip. Niet de omstandigheden maar je tong stuurt het schip in je leven. Wil je een doorbraak: blijf dan niet meer hangen in het verleden, er is daarin namelijk al genoeg misgegaan. Je bent een nieuwe schepping, het is aan ons om dat te geloven ener naar te gaan handelen, door vanaf nu anders te gaan praten. Dan verandert je leven van koers, langzaam maar zeker, als een schip. Geloof dat wat je zaait, je zult gaan oogsten. Gods Woord keert nooit leeg terug. Neem je Bijbel en herhaal de beloftes die er in staan, dag in dag uit. De kracht zit hem in het doorzetten. Verwacht niet op heel korte termijn al resultaat. Tussen zaaien en oogsten zit tenslotte ook tijd.

De geboorte van Mozes staat in Exod. 1. Het verhaal van de onderdrukking van Israël lezen we vanaf vers 8Toen kreeg Egypte een nieuwe koning, die Jozef niet gekend had. Hij voelde dan ook geen enkele verplichting tegenover de inwoners van Gosen. 9Hij zei tegen zijn eigen volk: ‘Die Israëlieten zijn gevaarlijk. Dat volk vermeerdert zich zo snel dat het, als er ooit oorlog komt, vast en zeker de kant van onze vijanden zal kiezen en het land zal verlaten. 10Wij moeten zorgen dat het zover niet komt.’ 11Daarom zetten zij de Israëlieten in bij de bouw van de voorraadsteden Pitom en Raämses. De opzichters dwongen hen tot zwaar werk. 12aMaar hoe zwaarder het werk en de onderdrukking werden, des te sneller groeide het volk.
Je ziet dat als God met je is, je ondanks alle tegenwerking toch kunt groeien. Het plan van farao nam wrede vormen aan, lees maar in het vervolg:
12b De Egyptenaren zagen dat met lede ogen aan en verzwaarden de druk. 13De Israëlieten moesten zware slavenarbeid verrichten, zowel op het land als bij de productie van stenen. 14Mishandeling was aan de orde van de dag. 15Maar alsof dat nog niet genoeg was, riep de farao, de koning van Egypte, de vroedvrouwen Sifra en Pua bij zich. 16Zij moesten alle pasgeboren jongens doden en de meisjes in leven laten. 17Maar Sifra en Pua waren godvrezende vrouwen en weigerden de koning te gehoorzamen. Zij lieten alle baby’s leven.
De vroedvrouwen waren echte moeders, ze kozen voor het leven. Ondanks de macht van farao namen ze een risico. En God zegent ze. Het volk blijft groeien, ondanks de tegenwerking van farao. Lees maar mee in vers 18 De koning liet hen bij zich komen en riep hen ter verantwoording: ‘Waarom hebben jullie mijn bevelen niet uitgevoerd en toch de pasgeboren jongens in leven gelaten?’ 19 ‘Koning,’ antwoordden zij, ‘die Hebreeuwse vrouwen hebben zulke snelle bevallingen dat wij het niet kunnen bijhouden. Ze doen er niet zo lang over als de Egyptische vrouwen!’ 20 God zegende het werk van deze vroedvrouwen, zodat het volk Israël steeds talrijker werd. 21 Omdat de vroedvrouwen goed hadden gehandeld in de ogen van de Here, gaf Hij hun zelf ook kinderen. 22 Toen gaf de farao zijn hele volk opdracht alle pasgeboren Hebreeuwse jongetjes in de Nijl te gooien. Alleen de kleine meisjes mochten blijven leven.

Satan is er altijd op uit om te vermoorden, net als bij de geboorte van Jezus toen Herodes alle jongetjes onder de twee jaar liet vermoorden (Matth.2). Als de vijanden, en die kunnen soms heel dichtbij zijn, je leven proberen te verzwaren, blijf dan op God vertrouwen, in plaats van ze te bevechten.
En lees deze verhalen nu niet met afschuw alsof het barbaarse tijden waren. Want ook nu worden er miljoenen baby’s vermoord door abortus. Toen was het de vijand die de baby’s vermoorden, maar nu zijn het de moeders die hun baby’s vermoorden. Toen was het ná de geboorte, nu is het al vóór de geboorte. Dat werpt een smet op een volk. Er is in de wereld meer waardering voor vrouwen als ze een carrière nastreven dan als een vrouw die moeder wordt. En zeker als het niet gaat op een manier als wij denken dat het moet gaan. Wees juist blij met elk kind dat geboren wordt, het is een zegen van God. Laat je veroordelingen achterwege. God is een God van leven, ook al komt zo’n kind op een manier of moment waarop je het zelf niet gepland zou hebben.
In Exod. 2 komt de moeder van Mozes, Jochebed, aan bod. Het was een gelovige vrouw. Ze kreeg een zoontje precies in de tijd dat alle jongetjes werden vermoord. Ongetwijfeld heeft ze God gevraagd waarom zij deze zoon had gekregen. Ze sprak niet alleen in geloof, maar ze handelde ook in geloof. Uiteindelijk is Mozes een redder geworden van de drie miljoen Joden die onderdrukt werden door deze wrede farao.
Het is een prachtig verhaal als je bedenkt dat juist de dochter van de farao dit Joodse jongetje adopteert. Via de zus van Mozes, Mirjam, die alles in de gaten hield van een afstandje, mag de echte moeder haar zoon opvoeden en wordt daar hartelijk voor bedankt, betaald en beschermd door de overheerser. God kan echt alles ten goede keren. Wees dus niet bang om dingen te verliezen. God kan er op elk moment op terugkomen en je nog veel meer geven dan je ooit had gedacht.

Als Mozes na tachtig jaar terugkeert uit de woestijn is hij een man van God geworden. Hij bleef niet hangen in de mislukkingen van het verleden maar is gaan spreken over wat God heeft gezegd over je leven. Ook in jouw leven zullen dan grote veranderingen plaatsvinden.

Op een Moederdag als deze wil ik aangeven dat vrouwen altijd een grote impact hebben gehad in de Bijbel. Er zijn wel verschillen.
Michal, ooit de vrouw van David, werd teruggenomen door haar vader Saul, omdat David in ongenade viel. David kreeg in het leven wat volgde andere vrouwen. Jaren later, bij terugkomst van David, toen hij in zijn ondergoed voor de ark uit danste, toonde ze haar verachting. Ze was verbitterd geraakt omdat ze David moest delen met andere vrouwen. Door die verbittering kon ze geen kinderen krijgen.
Een andere vrouw is Hanna, die later de moeder van Samuel werd. Ze was getrouwd met Elkana, die al een andere vrouw had, genaamd Peninna. Die had al veel kinderen, en de eer van een vrouw was in die tijd gerelateerd aan het aantal kinderen. Ze sarde Hanna omdat ze geen kinderen had, maar Hanna verbitterde niet. Ze ging met haar zorgen naar God. Ze stortte haar hart uit in de tempel van God. Iets wat ik jullie allemaal zou willen aanraden. Zijn dingen niet gegaan zoals je had gehoopt, verbitter dan niet, blijf niet hangen in het verleden, maar blijf op God vertrouwen. Nadat Hanna de belofte voor een kind had gekregen van priester Eli, knapte ze weer op. Ze begon weer te eten en te drinken en blijdschap kwam terug. Dat is wat God doet. Je omstandigheden zijn misschien nog niet gekeerd, maar van binnen heb je een aanraking van Gods vrede ontvangen waardoor je opeens weer kunt genieten van het leven. Uiteindelijk gaat het om die aanraking van binnen, want van binnenuit moeten we veranderen.
Na een jaar wordt haar zoon Samuel geboren en kon ze haar belofte nakomen dat ze het kind weer terug zou geven aan God. Eigenlijk dezelfde houding als Jochebed. Ze komt die belofte na, en God gebruikt de profeet Samuel om een heel volk te bevrijden. “You never can outgive God.” Hij zal je altijd meer teruggeven dan je gegeven hebt. Zo kreeg Hanna nog vijf kinderen na Samuel.( lees 1 Sam. 1 en 2).

Moeders, raak niet verbitterd. Vergelijk je niet met andere vrouwen, blijf niet hangen in het verleden. Zet je desillusies opzij en spreek beloften uit over je leven. Langzamerhand zul je net als in het leven van Mozes en Hanna, toegroeien naar het moment dat je een lied zult zingen voor de Heere. Kies altijd voor de positiviteit van God.

Fil. 3:14 maar één ding weet ik zeker—en daarbij vergeet ik wat achter me ligt en strek ik mij uit naar wat voor mij ligt—ik snel recht op mijn doel af, ik wil de prijs behalen die in de hemel voor mij klaarligt-, nu God mij door Christus Jezus geroepen heeft.
Paulus zegt hier dat hij alles wat achter hem ligt moet vergeten, loslaten. Hij wist als geen ander dat als je je doel wil bereiken, je er snel naar toe moet gaan. In een andere tekst vergelijkt hij de tocht met een race. Als je bij de start staat dan moet je geen bagage hebben(Hebr. 12:1). Alle ballast wordt achtergelaten als je bekijkt hoe een atleet zich voorbereid om zo snel mogelijk bij het doel te kunnen zijn.Geestelijk werkt het ook zo. Laat alle ballast van het verleden los, zodat je snel je doel kunt bereiken.
Paulus wil de roeping van God over zijn leven behalen, en daarom laat hij alles los wat hem daarvan afleidt. Daarin moet je doof blijven voor commentaar om je heen, zoals ‘je kunt het niet’ of ‘je bent het niet waard’. God heeft een plan met je leven. Hij is een goede Vader, Die graag ziet dat Zijn kinderen succesvol zullen zijn. Hij zal je niet afschrijven, want je bent voor een hoger doel geboren.
Het succes van dit onderwijs ligt hem in het doen. Blokkeer de aanklachten en alle negativiteit. Voed je met het Woord. Ga spreken naar de beloftes die er in staan, en langzaam maar zeker zal de koers van je leven zich wijzigen. Wees daarin geduldig, en ga door.

Laat je verleden niet je toekomst bepalen
Getagd op:                     

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *